Mag ik jou een knuffel geven?

Mensen zijn sociale wezens die aan elkaar zijn verbonden door hun emoties en we hebben dagelijks contact nodig dat onze relaties bevestigt en ons geliefd laat voelen.
(Psychologie, september 2016)

Ze zit voor mij en kijkt naar de grond, ik zie strakke trekken in haar witte gezicht. Wanneer zij zich voorstelt zie ik een afwachtende, moeilijk te vangen blik in haar ogen die mij op een bepaalde manier bezig houdt. Ze straalt eenzaamheid , pijn en verdriet uit en dat herken ik.
Een aantal jaren geleden had ik misschien gedacht: ze wil geen contact, zij is liever alleen, het lijkt een harde vrouw, maar niet te dicht in de buurt komen. Dat is mijn eerste reactie op het gedrag dat ik zie bij haar. 
Is het eerlijk om nu al een definitief beeld te vormen over dat wat ik slechts waarneem. Het kan ook mijn beperkende gezichtsveld zijn, toch? Hoe zou ik het vinden als iemand op basis van de eerste indruk zijn beeld al over mij heeft gevormd? 

Wie is deze vrouw? Wat beweegt haar? Wat heeft ze meegemaakt en hoe ziet zij zichzelf? 

Op het moment dat ik deze vragen aan mezelf stel merk ik dat ik op een andere manier kijk, geïnteresseerd. Hoe zou ik antwoord kunnen krijgen op deze vragen?
Ik wil zo graag zien wie ze werkelijk is, achter dat wat ze laat zien, haar gevoel, haar pijn, haar angst en haar verdriet. Er is ook herkenning, ik heb op een dag een ander besluit genomen. “Ik wil niet verharden” Verharding geeft eenzaamheid, afstand naar anderen en vooral naar mezelf. Graag zou ik laten zien dat er ook een andere manier is door mijn verhaal en keuzes te delen. Laten weten dat ze niet alleen is. Haar een liefdevol duwtje geven om in beweging te komen. Ik wil het begrijpen, laten weten en ervaren dat ik haar zie door de hardheid heen. Ze wil geen pijn en verdriet voelen, dat is te groot, dit is bescherming, is dat écht zo of is dat mijn aanname. Wat zou ze nu echt willen? Contact, liefde, aandacht?

Ik merk aan mezelf dat ik schroom voel om op haar af te stappen. Waar zit dit? Wat zegt dat over mij? Ik voel een onrustig, borrelend, herkenbaar als zenuwachtig gevoel in mijn buik. Zoekend en tegelijkertijd wetend probeer ik de antwoorden te vangen. Ongrijpbaar en vasthoudend blijft het een plek zoeken in mijn buik, geen woorden alleen een sterk onderbuikgevoel. Wat moet ik hiermee? Of beter gezegd: wat wil ik hiermee?

Dan hoor ik op de radio het liedje “Alles is liefde” van Blöf. De tekst zoekt zijn weg in mijn lijf en opeens vallen de woorden op zijn plek:
En voor wie denkt dat het te laat is, ergens om de hoek wacht soms geluk

Ik weet wat ik wil doen, vanuit mijn onderbuik, mijn intuïtie. Het slaat in als een liefdevolle bom en tegelijkertijd ploppen allerlei belemmerende overtuigingen op in mijn hoofd. Dit alles om mij weg te houden bij het volgen van mijn gevoel.
Dat moet je niet doen! Straks doe je precies het verkeerde. Het is niet aan jou. Laat haar nu maar! Als zij dit wil komt ze wel naar jou toe!
Deze gedachten willen mij beschermen, behoeden voor het geval dat het niet verloopt zoals ik verwacht. Het is prima dat ze nu langs komen en ik waardeer de bescherming, maar ik neem op dit moment een ander besluit.

Ik volg mijn gevoel….

“Karin, mag ik jou een knuffel geven?”
Ze draait zich om, eerst een lichte vertwijfeling, dan zie ik iets gebeuren. Haar ogen veranderen, haar gezicht verzacht een voorzichtige glimlach ontpopt zich.
“Ja, graag”. Ze antwoord met zachte stem.

Met volledige aandacht en vanuit de grond van mijn hart geef ik haar een knuffel. Ik voel haar gespannen spieren in haar hele lijf langzaam ontspanning vinden. ‘Ik had niet gedacht dat ik dit zo fijn zou vinden’ zegt ze zacht. Ik zie een andere vrouw, zachter, meer ontspannen, dichter bij zichzelf. Enkele seconden houden we elkaar vast en zeggen niets. 
Dan laat ik haar voorzichtig los en kijk in haar ogen, ik zie een andere blik, liefdevol en opgelucht. “Dank je wel, ik was vergeten dat dit zo fijn is” Op dat moment hoor ik een stem en zie een dame naast ons staan: “Mag ik er even langs, jullie staan precies voor de deur”. We kijken op en zien dat we inderdaad voor de ingang van het toilet staan. Ik mompel een excuus en draai mij om en we gaan ieder onze weg.

Een knuffel die ongevraagd komt, die ons overvalt en ons omhult, heeft enorme genezende krachten.

Soms raak je door gebeurtenissen in je leven je liefde en vertrouwen beetje voor beetje kwijt, niet bewust maar vanuit bescherming, om niet gekwetst te worden. 
Je bouwt een onzichtbare muur om je heen, om geen pijn meer te hoeven voelen. De liefde lijkt te zijn verdwenen, versteend als een fossiel.
Het verlangen om het te laten stromen, te ontvangen is zo groot alleen weet je niet hoe het moet. Bang voor dat wat er kan gebeuren, de pijn en het verdriet voelen, er niet mee om kunnen gaan. Je hebt op een bepaald moment een besluit genomen: Je wil dit niet meer.

Ik herken mijzelf in haar, ook ik nam op een dag een besluit: ‘ik wil niet verharden. Ik wil vanuit liefde kijken en inderdaad, dat maakt kwetsbaar, maar alles beter dan verhard, onbereikbaar en gevangen zijn. “

Graag zou ik Karin en ook jou willen uitnodigen om een ander besluit te nemen, vanuit liefde. Maak eens onverwacht een oprecht gebaar naar de ander toe, in de vorm van woorden, een aanraking, een blik of misschien zelfs een knuffel.
Mijn wens is dat ieder mens zich gehoord en gezien wordt ongeacht het gedrag wat zij laat zien. Laat ieder gebaar hoe klein ook een druppel zijn op een gloeiende plaat en zich verspreiden als een olievlek.

” Maak de wereld een stukje mooier en liefdevoller en begin bij jezelf”

Valt het tegen dat het wachten soms zo lang duurt?
Valt het tegen nu het lijkt of niemand kijkt?
En voor wie denkt dat het te laat is,
Ergens om de hoek wacht soms geluk


Uit ‘Alles is liefde’ van Blöf