Over angst, vertrouwen, overgave en alles ertussen.

Laat ik maar eerlijk beginnen:
Ik ken ook angst.
Niet alleen de plotselinge, schrikkerige variant — maar ook die stille, taaie vorm.
De angst die zich meer vastzet in je borst, die je adem kleiner maakt.
Die je ’s nachts wakker houdt, je hoofd laat draaien in rondjes
en je fluistert dat je er nog niet klaar voor bent.
Dat je beter moet zijn, voorzichtiger en niet te open moet zijn.
Ik heb jaren naar die stem geluisterd en ergens geloofde ik dat als waarheid en daardoor dacht ik dat het ‘veilig’ was.
Dat het me hielp om controle te houden en vooral niet te veel te voelen en te laten zien.
Tot ik merkte:
die controle kost me meer dan dat het me iets oplevert.
Mijn energie, rust en mijn plezier leiden eronder.
Angst doet zich vaak voor als de waarheid.
Dat maakt het ingewikkeld, want angst klinkt overtuigend.
Ze doet zich voor als realistisch, verstandig, beschermend.
“Wacht nog even.” “Zeg dat maar niet hardop.” “Wat als het fout gaat?”
“Straks vinden ze je te veel.” Zijn zo wat stemmetjes die je vertellen dat je het vooral niet moet gaan doen.
Meestal is de angst niet de waarheid.
Het is een echo, van oude pijn en oude verhalen.
Van overtuigingen die je ooit zijn aangeleerd, of die je jezelf bent gaan vertellen om je staande te houden, om te overleven.
En daar is niks zwaks aan.
Angst heeft je ooit geholpen en beschermd.
Nu mag je je afvragen:
Wil ik me nog steeds door angst laten leiden? Of kies ik NU anders?
Vertrouwen voelt niet altijd rustig.
Soms denken we dat vertrouwen hetzelfde is als kalmte.
En dat is een misverstand.
Vertrouwen voelt soms juist kwetsbaar, onzeker en misschien zelfs wel onveilig.
Alsof je met trillende benen een stap zet in het onbekende,
zonder te weten of er grond onder je voeten is.
Vertrouwen is geen besluit dat je één keer neemt.
Het is een keuze die je steeds opnieuw maakt.
Juist als je het spannend vindt en alles in je lijf wil terugtrekken.
Het is zeggen tegen jezelf:
“Ik weet het nu even niet en dat is oké, ik kies ervoor om nu niet vanuit angst te reageren.”
“Ik vertrouw dat ik alles in mij heb om te doen wat er nodig is, wat er ook gebeurt.”
Dat vraagt moed en mildheid. En soms heb je daar hulp bij nodig, ook al los je het allemaal het liefste zelf op.
Overgave is geen zweverig concept, het is rauw en echt.
Overgave klinkt vaak als iets groots en wordt vaak gekoppeld aan iets zweverigs, iets spiritueels.
Maar voor mij is het iets wat bij het leven hoort, wat levenslust geeft.
Overgave is: stoppen met vechten tegen wat er is.
Niet in de passieve zin, meer in de zin van:
Ik hoef niet hard te werken en het te fixen.
Soms betekent overgave dat je huilt,
zonder je tranen meteen weg te willen verklaren.
Of dat je zegt: “Ik weet het niet,” en daar gewoon even mee bent.
Het is een uitnodiging om verbinding te maken met jezelf, hoe jij je voelt.
Ook als het ongemakkelijk is of als je hoofd nog op aan staat.
En ook wanneer de angst er nog steeds is.
Misschien hoef je vandaag niets op te lossen.
Misschien hoef je jezelf vandaag niet te verbeteren.
Niet te snappen waar het vandaan komt.
Niet te zoeken naar het juiste antwoord.
Misschien is vandaag al genoeg om even te voelen:
hé, ik ben er nog.
En dat alles wat er is,
de angst, de twijfel, de moeheid, het verlangen,
er ook mag zijn.
En als je voelt: hier wil ik verder in zakken,
weet dan dat je welkom bent.
In een sessie, een groep of gewoon eerst in jezelf.
Want dit pad hoef je niet alleen te lopen.
En je hoeft het niet perfect te doen.
Je hoeft alleen te durven voelen.
En dát is al genoeg.

